Het was wel even een dingetje. Afgelopen donderdag stond ik met een aantal jeugdvrienden te genieten van Waylon en Kensington. Wát een mooie avond! Met name Kensington knalde er uit. Niet alleen qua volume (hoewel dat nog best wel meeviel), maar vooral qua… ehhh: qua alles… Terwijl ik daar stond te genieten moest ik ook nog even terugdenken aan ons weekje weg (juli jl) naar Brugge. Dat is een mooie Vlaamse stad, waarin veel oude gebouwen bewaard zijn gebleven, keurig onderhouden en ook altijd-iets-te-doen. Een stadje waar we bijvoorbeeld qua behoud van erfgoed nog aardig wat van kunnen leren, maar dat terzijde. Toen wij er waren stond Cactusfestival op het programma en natuurlijk gingen we daar even kijken. Hoe dichter we in de buurt kwamen hoe drukker het werd. Bij de kassa’s stonden rijen van zeker 200 meter lang en iedereen wachtte geduldig. Wij slenterden langs de rijen heen, wierpen een blik op de line-up. Geen enkele bekende naam. Bij de kassa’s zagen we een bordje: Dagticket € 57,=. Tweedagenticket € 93,=. Ik probeerde nog even: Is dat inclusief consumpties? Maar dat was niet het geval.
Even later bespraken we dit op een terrasje met een alleraardigst Vlaams koppel. We vertelden en passant over (bijna) overal-gratis-entree van Stoppelhaene en over de gastvrije formule van Ribs&Blues. “Maar zij krijgen waarschijnlijk een bijdrage van de overheid of van de gemeente? Anders is dat toch niet mogelijk, hé’, zo luidde de reactie op zijn heerlijk Belgisch. Ik nam een slok van de Brugse Zot Blond en meldde met gepaste trots dat zulks niet het geval is. En dat ‘we’ ook nog eens de Heinose Pompdagen hebben, het Luttenbergs feest, het Broeklander feest, de Heetense Ponyweek en dat het gros gewoon gratis is. Sterker nog: overal wordt geld aan de evenementen overgehouden die besteed worden aan goede doelen in het dorp zelf, of in de vorm van een oogstgave. Onze Vlaamse tafelgenoten konden het bijna niet geloven.
Diezelfde trots kwam de afgelopen weken weer naar boven bij het bezoekje aan het Zwientie tikken in Luttenberg, bij het optreden van Erik Hulzebosch die (bij Buuffies in Heino) Normaal deed en bij het rondslenteren op het Stoppelveld, het knallen bij Neuf, het optreden van Nick&Simon, Boef, Bökkers en de apotheose van Miss Montreal.
De politiek was op al die momenten even heeeeel ver weg. Niets mails over moties of amendementen, niets ingezonden brieven en niets nadenken over de vraag of de DOWR-samenwerking nu wel of niet moet worden opgenomen in het overzicht van gemeenschappelijke regelingen. Nee, gewoon genieten van het spektakel. Mede mogelijk gemaakt door de inzet van geweldig veel vrijwilligers. Zonder noemenswaardige incidenten. Tegen prijzen waar ze in heel Nederland en ver daarbuiten de vingers bij aflikken.
Komende week begint de politiek weer op volle toeren te draaien en gaan we ons opmaken voor wat ongetwijfeld een roerig jaar zal worden, met als slotakkoord de gemeenteraadsverkiezingen van maart. Maar wat mij betreft kan het nieuwe politieke seizoen pas écht van start nadat we een diepe buiging hebben gemaakt naar de mensen áchter het Luttenbergs feest, Heinose Pompdagen, Stoppelhaene… et cetera, et cetera. Een belangrijke taak van de politiek is om hen vooral niet in de weg te lopen en niet te frustreren met alsmaar nieuwe regeltjes. Zij verdienen geen regels. Maar vooral een diepe, diepe buiging. Bij deze.
Ben Nijboer, BurgerBelangen.
(deze column is eerder -28 augustus 2017-geplaatst op Sallandcentraal.)