Het Raalter college van B&W weigert tot nu toe het betaald parkeren in het centrum van Raalte af te schaffen. Ze gebruikt daarbij drie argumenten. Wethouder Jacques van Loevezijn bracht in het najaar van 2015 deze argumenten naar voren. Volgens BurgerBelangen blijft er bij een zorgvuldige weging van die argumenten echter weinig over:
Loevezijn (hij heeft ‘economie’ in zijn portefeuille) noemde als argumenten:
- Afschaffen heeft zodanige grote financiële consequenties dat afschaffen maatschappelijk niet verantwoord zou zijn.
- Betaald parkeren is ooit mede ingezet als reguleringsmiddel ten aanzien van het parkeergedrag.
- Het is nooit aangetoond dat afschaffen van betaald parkeren leidt tot méér aantrekkingskracht/bezoekers.
Hij voegde er aan toe dat deze drie argumenten in onderlinge samenhang moesten worden gezien. Zijn strategie: als wordt aangetoond dat één van de drie argumenten niet houdbaar blijkt, kan altijd snel worden overgestapt op een ander argument.
We gaan op alle drie argumenten in:
De financiële consequenties.
Laten we direct erkennen: uiteraard ligt er, als gekozen wordt voor afschaffen, een financiële uitdaging. Niemand zal er immers voor willen kiezen om de OZB voor de inwoners flink te verhogen. Zeker de fractie van BurgerBelangen niet: “De coalitie van Gemeentenbelangen en CDA heeft de lokale lasten al met tientallen procenten omhoog gestuwd. Het wordt tijd dat deze stijging stopt. Verhoging van de OZB is dus geen optie. En dat hoeft ook niet.”
De oplossing ligt in een combinatie van een aantal maatregelen. Tijdens het raadsdebat zullen we aangeven hoe het wél kan.
Betaald parkeren als reguleringsmiddel.
Dit is echt een vreemd argument. In de eerste plaats is er in Raalte, gerekend naar aantal parkeerplaatsen, geen parkeerprobleem. Uit alle onderzoeken, ook van de gemeente zelf, blijkt er ruim voldoende plaatsen zijn. Blijft over het risico dat bijvoorbeeld langparkeerders de parkeerplaatsen vlak bij de winkels zullen innemen. Dat is inderdaad een risico, hetgeen ook blijkt uit ervaringen elders (Ootmarsum, Steenwijk, Winschoten). Die ervaringen elders leren echter ook dat dit goed op te lossen is door het instellen van ‘blauwe zones’.
Een andere oplossing zou kunnen zijn om –zoals in Heino is gebeurd- met de ondernemers een parkeerconvenant op te stellen en daarbinnen af te spreken wáár het eigen personeel parkeert. Of een combinatie van beide.
Geen aantoonbaar effect?
Het is inderdaad jammer dat hier geen keiharde cijfers over zijn. De reden ervan is dat gemeenten onderling niet/nauwelijks vergelijkbaar zijn, dus je vergelijkt al snel appels met peren. Een tweede reden is dat er wijzigingen in bezoekersaantallen vaak het gevolg zijn van meerdere factoren. Effecten zijn dan niet toe te wijzen aan één factor. Een derde reden is een aantal gemeenten het betaald parkeren nog maar een paar jaar geleden heeft afgeschaft en de tijdsperiode relatief kort is. Geen harde cijfers dus over de omvang van het effect.
Daar tegenover staat: het aantal voorbeelden geeft echter wel aan dát het effect heeft. En overal is het effect gunstig. De laatste tijd verschijnt er ook een toenemend aantal publicaties die dit onderstrepen. Begin februari 2016 nog in een artikel in het huisblad van de gemeenten: Binnenlands Bestuur.
<<zie hier het betreffende artikel>>
Kijkend naar het samenspel van de drie aangedragen argumenten is voor BurgerBelangen de conclusie heel helder. Argument drie klopt niet: er zijn evident meer aanwijzingen dat het wél bijdraagt aan de economische vitaliteit van het centrum. Argument twee vervalt omdat er diverse (beproefde) voorbeelden van alternatieven zijn. Blijft het financiële argument over. Cruciaal bij de beoordeling hiervan is de vraag of de politieke motivatie aanwezig is om oprecht te kijken hoe het wél kan.